Aan de basis van alle succesvolle en innovatieve ondernemingen staat een uniek idee, werkwijze of aanpak. Het spreekt voor zich dat je wil voorkomen dat zulke bedrijfsgeheimen in handen vallen van concurrenten. De Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb) uit 2018 beschermt tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen door derden. Vier jaar na de inwerkingtreding wordt er al volop onder de Wbb geprocedeerd. Welke lessen kunnen we uit die rechtspraak trekken?
Les 1: if it’s a secret, spread the word
In geschillen over de Wbb staat vrijwel altijd de status van vertrouwelijke informatie als bedrijfsgeheim ter discussie. Om informatie als bedrijfsgeheim onder de Wbb te kwalificeren, moet een onderneming kunnen aantonen (1) dat er geheime informatie is, (2) die handelswaarde bezit omdat de informatie geheim is en bovendien (3) onderworpen is aan redelijke maatregelen om geheim te blijven. De rechtspraak laat een duidelijke trend zien dat vermeende inbreukmakers bijna altijd het verweer voeren dat de informatie in kwestie helemaal geen bedrijfsgeheim in de zin van de Wbb oplevert (en aan de onderneming de handhavingsmogelijkheden van de Wbb dus niet ten dienste staan). Over de kwalificatie als bedrijfsheim wil je dus geen misverstanden. Zie, waar mogelijk, erop toe dat werknemers in alle lagen van de onderneming vertrouwelijke stukken expliciet als geheim markeren.
Les 2: the value of secrecy
Besef dat niet zomaar alle vertrouwelijke informatie ook meteen een bedrijfsgeheim in de zin van de Wbb is. Dat bleek uit weer een recente uitspraak waarin het element ‘handelswaarde’ centraal stond. De rechter oordeelde dat het mogelijk lijden van reputatieschade als gevolg van het openbaar maken van een handelsrelatie op sociale media onvoldoende is om die informatie als bedrijfsgeheim te oormerken. Het feit dat een onderneming schade oploopt omdat bepaalde vertrouwelijke informatie naar buiten komt, betekent dus niet automatisch dat die informatie ook handelswaarde heeft en dus een bedrijfsgeheim in de zin van de Wbb is.
Les 3: the more the merrier
Het derde vereiste voor een bedrijfsgeheim is dat het geheim onderworpen is aan redelijke maatregelen om de vertrouwelijkheid te waarborgen. De rechtspraak geeft echter geen vaste kaders voor wanneer ‘genoeg’ maatregelen zijn geïmplementeerd. Een rechter zal altijd kijken naar alle omstandigheden van het geval. Alleen een algemeen geheimhoudingsbeding zal doorgaans niet genoeg zijn. Instrueer alle lagen van de organisatie dus om, waar mogelijk en redelijk, zoveel mogelijk maatregelen te treffen, en zorg ook dat die maatregelen (centraal) worden vastgelegd. Dat komt later als een (externe) advocaat in een procedure verwikkeld is vanuit bewijsrechtelijk oogpunt van pas. Zo werd recentelijk nog een vordering op grond van de Wbb afgewezen, omdat (onder andere) niet kon worden aangetoond dat alle personen die het bedrijfsterrein konden betreden voor vertrouwelijkheid moesten tekenen.
Tot slot
De Wbb geeft ondernemingen krachtige instrumenten om te voorkomen dat concurrenten aan de haal gaan met hun bedrijfsgeheimen. In de praktijk zien wij dat ondernemingen toch vaak niet voldoende aannemelijk kunnen maken dat zij een bedrijfsgeheim bezitten. Vaak is dat omdat er onvoldoende ‘redelijke maatregelen’ zijn genomen, of omdat hun wederpartij succesvol aan de status van bedrijfsheim tornt. Het ontwikkelen van een strategie over bedrijfsgeheimen kan (en moet) bovendien hand in hand gaan met andere strategische aspecten, zoals het beschermen en afdwingen van intellectueel eigendomsrechten. Wij vertellen graag meer over de implicaties en beschermingsmogelijkheden van de Wbb om voor concurrenten het slot op de deur te houden.