Onderzoek UU naar commerciële contracten

Meer of minder contract?

Het lijkt erop dat de laatste jaren commerciële contracten niet alleen steeds dikker, maar ook steeds juridisch inhoudelijk gecompliceerder worden. In ieder geval wordt deze hypothese door veel General Counsels onderschreven. De Universiteit Utrecht doet wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en gevolgen hiervan.

Doel van het onderzoek UU

Uit eerste onderzoeksgegevens komt inderdaad naar voren dat commerciële contracten steeds omvangrijker en juridisch ingewikkelder worden. Daarmee rijst de vraag naar de oorzaak of oorzaken van dit fenomeen, of deze ontwikkeling wenselijk is, wat het betekent voor de transactiekosten voor contracterende partijen en of deze ontwikkeling leidt tot minder of wellicht juist meer geschillen.

Deze en aanpalende vragen komen aan de orde in een enquête vanuit de Universiteit Utrecht. Via deze weg hopen de onderzoekers antwoorden te vinden op de hiervoor gestelde vragen en om daarnaast inzicht te krijgen in een aantal beleidsmatige kwesties in de commerciële contractenrechtspraktijk.

Onderzocht wordt bijvoorbeeld in hoeveel gevallen commerciële contracten verplicht langs de juridische afdeling moeten c.q. welke randvoorwaarden daaraan worden gesteld en op welke wijze binnen ondernemingen geborgd wordt dat, ook buiten de juridische afdeling, op een eenvormige wijze gekeken wordt naar de inhoud van commerciële contracten.

Gratis check (model)contracten

Tot slot bestaat de mogelijkheid om (model)contracten te uploaden. Deze contracten worden dan voorgelegd aan een gespecialiseerd onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht met als doel om onder meer vast te stellen of de contracten onbedoeld formuleringen bevatten die strekken tot nadeel van de partij wiens belangen zij beogen te beschermen in plaats van tot het voordeel van die partij.

Praktijkvoorbeeld: onbedoeld averechts effect

Een kort voorbeeld kan dit verduidelijken: veelvuldig komen de onderzoekers -in bepalingen die gaan over aansprakelijkheid bij wanprestatie – de formulering tegen die erop neerkomt dat de wederpartij aansprakelijk is indien deze “toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen”. Dat betekent dat de partij ten opzichte van wie tekortgeschoten is nu niet alleen de tekortkoming moet aantonen, maar ook dat die tekortkoming toerekenbaar was, terwijl, indien er in het geheel niets geregeld zou zijn in het contract, volstaan had kunnen worden met het aantonen van de tekortkoming. Dat er sprake is van overmacht, is dan een stelling die de tekortschietende partij moet innemen. In een dergelijke situatie was de partij ten opzichte van wie wordt tekortgeschoten dus beter af geweest door helemaal niets over wanprestatie in het contract te regelen. Zo zijn er tal van voorbeelden van bepalingen die ofwel volstrekt overbodig zijn, ofwel onbedoeld averechts werken.

Neem ook deel

We verzoeken jullie vriendelijk om mee te werken en om de enquête van de Universiteit Utrecht in te vullen. Het invullen van de enquête duurt ongeveer vijftien minuten en kan door middel van bovenstaande link. Het kan zowel geanonimiseerd als niet-geanonimiseerd en in het laatste geval worden de deelnemende GCs uiteraard ook op de hoogte gehouden van de uitkomsten van het onderzoek. GCN zal op een later moment reflecteren op de uitkomsten. Dank voor uw deelname.

Over de auteur(s)

Prof. mr. dr. Marcel R. Ruygvoorn
+31 653834171
m.r.ruygvoorn@uu.nl
Lees meer over de benoeming – klik hier
Prof. mr. dr. M.R. Ruygvoorn is bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Nationaal en internationaal commercieel contracteren’ en is de initiator van het onderzoek.