GC aan ’t Woord | Maaike van Urk | Talpa Media

GCN interviewde Maaike van Urk, General Counsel bij Talpa Media over de rechtszaak die John de Mol startte tegen Facebook en waarover 11 november vonnis werd gewezen in het voordeel van John de Mol.  Maar laten we bij het begin starten. In het najaar van 2018 ontvingen Talpa Network en John de Mol berichten over het verschijnen van bitcoin advertenties op Facebook en Instagram, waarbij zonder toestemming gebruik werd gemaakt van de naam en het portret van John de Mol.

Maaike: “Het was direct evident dat deze advertenties misleidend en frauduleus waren en in strijd met het eigen advertentie beleid van Facebook. Ook werd duidelijk dat veel consumenten in deze misleidende advertenties trapten en er geregeld grote geldbedragen aan verloren. Het bleek echter bijzonder lastig om de advertenties verwijderd te krijgen. De normale reporting links van Facebook leverden niets op. Slechts met veel tijd en moeite, en omdat wij uiteindelijk een direct contact persoon bij Facebook Nederland te pakken hadden gekregen, lukte het om advertenties verwijderd te krijgen. Facebook vond dat wij aan het verkeerde adres waren en dat wij de adverteerders zelf moesten aanspreken. Echter om dit te kunnen doen, hadden wij de gegevens van deze adverteerders nodig. Facebook weigerde vervolgens deze gegevens aan ons vrij te geven zonder rechterlijk bevel. Intussen bleven er bitcoin advertenties verschijnen op Facebook en Instagram en trad Facebook zelf niet actief tegen die advertenties op. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat wij een formele sommatie brief naar Facebook hebben gestuurd. Ook dit leverde niets op en heeft ons doen besluiten Facebook voor de rechter te dagen waarbij wij eisten dat Facebook maatregelen zou nemen tegen de frauduleuze bitcoin advertenties en tevens de gegevens van de adverteerders zou afgeven.”

Wat is jouw rol als General Counsel in dit hele proces geweest en wat waren daarbij de grootste uitdagingen?
“Juridisch wisten wij precies wat wij wilden bereiken en op welke gronden wij dit ook haalbaar achtten. Een uitdaging was wel om ervoor te zorgen dat wij geen ‘achterstand’ hadden ten opzichte van de kennis van Facebook op technische niveau. Want, ook al hebben wij veel geleerd tijdens deze procedure, ik ben niet en pretendeer ook zeker niet technisch onderlegd te zijn op een niveau dat zich verhoudt tot dat van de technische staf van Facebook. Gelukkig konden wij Hylke Sprangers, CTO bij Talpa Network, en een absoluut genie op het gebied van platform techniek, inschakelen om ons van de nodige technische informatie te voorzien. Dit heeft ons bijzonder geholpen gedurende de hele gang van de procedure.”

Wat is de status van het conflict op dit moment?
“Op 11 november 2019 werd vonnis gewezen en heeft de rechter ons op vrijwel alle punten in het gelijk gesteld. Facebook moet, op straffe van een dwangsom, alle maatregelen nemen die mogelijk zijn om de bitcoin advertenties met de naam en/of het portret van John de Mol te weren van haar platform en om te voorkomen dat deze weer verschijnen. Dat dit misschien technisch lastig is of geld kost, doet daar niet aan af. Tevens moest Facebook, ook op straffe van een dwangsom, de data van de achterliggende adverteerders overhandigen. Dit laatste heeft Facebook intussen gedaan en deze data worden nu geanalyseerd op bruikbaarheid. Intussen heeft Facebook wel hoger beroep aangetekend tegen het vonnis.”

Waarom vonden jullie het zo belangrijk om hiertegen te ageren? 
“Naast de reputatieschade die deze bitcoin advertenties veroorzaakten voor John de Mol zelf, veroorzaakte dit onrechtmatige gebruik van zijn naam en portret ook veel schade voor onschuldige consumenten. Deze consumenten hebben substantiële geldbedragen verloren vanwege de advertenties, omdat ze ten onrechte dachten dat John de Mol hier aan verbonden was. Wij ontvingen spontane mails van slachtoffers van deze advertenties in de hoop dat ze ons konden ondersteunen. Ook veel andere bekende Nederlanders waarvan de naam en portret ook werden misbruikt, hebben ons laten weten onze zaak te steunen. Er is duidelijk een maatschappelijke behoefte om dit probleem aan te pakken. Facebook verschuilt zich nog steeds achter techniek en het voorwendsel dat deze ‘bad actors’ hen vaak technisch te slim af zijn. Maar zij heeft het systeem wel zelf ontwikkeld en dat argument staat bovendien haaks op de slechte rapportage mogelijkheden voor dit soort advertenties, de ontoegankelijkheid van Facebook en de onwelwillende houding om de advertenties direct voor iedereen te verwijderen.”

Wat kan je andere GC’s aanraden als je met grootmachten als FB te maken hebt?
“Eigenlijk geldt hier hetzelfde als voor iedere andere partij of procedure. Een duidelijk doel en een goede voorbereiding met oog voor alle details zijn essentieel. Belangrijk is ook dat je deze focus vasthoudt en je niet laat afleiden door de gedachte dat Facebook een machtige partij is, want dat verandert namelijk niets aan de juridische grondslagen. Ook is het goed dat je er rekening mee houdt dat Facebook een partij is die de middelen heeft om tot de hoogste juridische instantie door te procederen. Dit betekent dat wanneer je een procedure tegen Facebook begint, je zelf ook bereid moet zijn om tot de hoogste juridische instantie door te procederen en je er rekening mee houdt dat een lange adem nodig kan zijn.”

Over de auteur(s)

GCN