Rutte III en het Nederlandse vestigingsklimaat

In het debat over de dividendbelasting valt regelmatig het woord “investeringsklimaat”. Het kabinet voerde dit aan als het belangrijkste argument. Het is terecht dat dit een drijfveer is, want de de grootste politiek- maatschappelijke vraag is waar Nederland in de toekomst zijn geld mee verdient. Er kunnen echter vraagtekens worden gezet bij de consistentie van het beleid van het kabinet op dit punt.

Nederland staat bekend om zijn gunstige vestigingsklimaat. Het heeft een historie als handelsnatie, een VOC-mentaliteit en een traditie van huisvesting van internationale joint ventures zoals Shell en Unilever. Het is trots op zijn economische mainports Schiphol, de Rotterdamse Haven en het internetknooppunt AMS-IX die zorgen voor de logistieke en digitale infrastructuur die Nederland de ideale toegangspoort van Europa maakt.

Ook het Nederlandse soepele fiscale regime, gebaseerd op een uitgebreid netwerk van belastingverdragen die dubbele belasting bij internationale handel voorkomt, is een pijler voor het vestigingsklimaat.

Met de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting presenteerde Rutte III zich op 10 oktober 2017 als het kabinet van het (internationale) bedrijfsleven. De premier was vorige maand zelfs nog bereid omwille van het vestigingsklimaat zijn politieke leven in de waagschaal te stellen. Maar schijn bedriegt. Nederland loopt internationaal voorop als het gaat om maatregelen die het vestigingsklimaat in veler ogen juist verslechteren.

Al langer schrikt Nederland de financiële sector af (en loopt het Brexit banken mis) met de strengste bonusregels in Europa. In de energiesector legt de “betrouwbare Overheid” het af tegen “het groenste kabinet” dat radicaal besluit tot sluiting van kolencentrales en het dichtdraaien van de gasproduktie in Groningen. Compensatie voor (in overleg met de Overheid) gemaakte kosten en gederfde inkomsten van de betrokken marktpartijen lijkt niet voorzien.

In de bestrijding van belastingontwijking wil het kabinet verder gaan dan de Europese richtlijn (ATAD 1 en 2) voorschrijft: bronheffing op rente- en royalties naar “exotische belastingoorden”, verdergaande renteaftrekbeperking dan vereist, meer antimisbruikbepalingen in de verdragen dan elders en strengere eisen aan buitenlandse bedrijven die rulings willen afsluiten. Deze fiscale maatregelen raken niet alleen onwelgevallige brievenbusmaatschappijen en trustkantoren, maar ook de creatieve industrie en internaitonale hoofdkantoren van -bv- technologiebedrijven.

In zijn ijver af te rekenen met het imago van een belastingparadijs maakt het kabinet bij de invoering van de beperking van de renteaftrek bovendien geen gebruik van uitzonderingsmogelijkheden of overgangsregelingen voor publiek private samenwerkingsprojecten in eigen land (zoals de aanleg en verbreding van wegen in opdracht van Rijkswaterstaat). De rekening van de lagere dividendbelasting wordt zo ook neergelegd bij de bouwsector en infrastructuurfondsen en legt een hypotheek op toekomstige investeringen in 5G of windparken, vitale infrastructuur voor een innovatief en duurzaam Nederland in 2025.

Veel definities in het pakket van de voorgenomen maatregelen zijn op dit moment nog onduidelijk, net als de voorwaarden waarop deze zullen worden toegepast. Enerzijds biedt dat mogelijkheden de kabinetsplannen in het wetgevingsproces nog gewijzigd te krijgen. Anderzijds tornen deze onzekerheden nu al aan een andere belangrijke pijler van het Nederlandse vestigingsklimaat, een stabiele politieke omgeving die bijdraagt aan een voorspelbaar investeringsklimaat. Dit gebeurt op een moment dat we voor een grote bouwopgave staan om de nationale ambities waar te maken. Uiteindelijk moet het primaire doel van het kabinet toch zijn antwoord te geven op de hamvraag die zowel de (buitenlandse) ondernemer en investeerder als de hardwerkende Nederlander hebben: waarmee gaat Nederland in de toekomst zijn geld verdienen?

Over de auteur(s)

Anthony Hellegers

Anthony Hellegers, Communications Director Public Affairs bij Hill & Knowlton Strategies, combineert een scherpe juridische geest met een strategische benadering en een doelgerichte aanpak. Hij is een professional op het gebied van public affairs, crisis communicatie en reputatiemanagement met 11 jaar leidinggevende ervaring in de telecom industrie. Door zijn brede ervaring in de advocatuur en als leidinggevende in het internationale bedrijfsleven is hij in staat complexe situaties snel terug te brengen tot de kern en te voorzien van praktisch advies.

Anthony Hellegers: +31621817722 | Anthony.hellegers@hkstrategies.com