Na de introductie van de Wet Huis voor Klokkenluiders in 2016, is er nu wetgeving in voorbereiding die klokkenluiders verdergaand zal beschermen. General Counsel zullen de nodige stappen moeten nemen om compliant te blijven. Pieter Mantel en Renske Warnaar (VBK) bespreken het wetsvoorstel.
Richtlijn
De Europese Unie wil door middel van de EU-Richtlijn Klokkenluidersbescherming betere bescherming bieden aan klokkenluiders. Aan het einde van 2021 moest Nederland deze richtlijn in de nationale wetgeving hebben geïmplementeerd, maar Nederland heeft deze implementatiedeadline niet gehaald. We nemen de belangrijkste wijzigingen in de implementatiewet door, zoals deze nu zijn opgenomen in het wetsvoorstel.
Materieel toepassingsgebied
De vernieuwde Wet bescherming klokkenluiders breidt de werkingssfeer van de huidige Wet Huis voor Klokkenluiders verder uit. Klokkenluiders worden in de nieuwe wet niet alleen beschermd wanneer zij een vermoeden van een maatschappelijke misstand melden, maar ook wanneer zij een melding doen van vermoedelijke inbreuken op het recht van de Europese Unie, bijvoorbeeld op het terrein van overheidsopdrachten, financiële diensten, witwassen, volksgezondheid, veiligheid en consumentenrechten.
Persoonlijk toepassingsgebied
Momenteel worden alleen (voormalige) werknemers en ambtenaren beschermd bij het melden van een vermoeden van een misstand. De kring van personen die ondersteuning en rechtsbescherming krijgen, wordt uitgebreid. Iedereen die in het kader van zijn werkzaamheden voor een organisatie een misstand of inbreuk op het Unierecht vermoedt, en dat op de juiste wijze meldt, zal bescherming genieten (denk bijvoorbeeld aan uitzendkrachten, zelfstandigen, vrijwilligers, aandeelhouders en leveranciers).
Verscherpte vereisten
De interne en externe meldprocedures moeten aan strengere eisen voldoen.
Een werkgever moet de melder binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging van de melding sturen en binnen drie maanden informatie verstrekken over de status en het verdere verloop van het onderzoek. Werkgevers moeten meldingen ook registreren in een speciaal daarvoor ingericht register. Ook de geheimhoudingsplicht wordt aangescherpt: de informatie op grond waarvan de identiteit van de melder kan worden achterhaald, wordt niet bekend gemaakt zonder instemming van de melder.
Een melder mag onder bepaalde omstandigheden een melding zelfs openbaar maken, bijvoorbeeld door publiciteit in de media te zoeken. Dat mag als na ontvangst van de melding binnen de wettelijke termijn van drie maanden geen passende maatregelen zijn getroffen.
Geen verplichting om intern te melden
Klokkenluiders zullen de mogelijkheid krijgen om rechtstreeks aan een externe partij te melden. Een externe melding kan worden gedaan bij een bij wet aangewezen bevoegde autoriteit, zoals het Huis voor klokkenluiders of de Autoriteit Financiële Markten. Klokkenluiders hoeven de procedure dus niet meer te starten met een melding binnen de organisatie van hun eigen werkgever. Op grond van de richtlijn zijn de lidstaten echter verplicht om interne meldingen aan te moedigen.
Uitbreiding beschermende maatregelen
Tenslotte bevat de Wet bescherming klokkenluiders verdere beschermende maatregelen voor degenen die op de juiste wijze een vermoeden van een misstand of een inbreuk op het Unierecht hebben gemeld.
Deze maatregelen betreffen:
- een benadelingsverbod, dat ook een omkering van de bewijslast naar de werkgever zal inhouden. Dit betekent dat het niet aan de werknemer, maar aan de werkgever is om te bewijzen dat de benadeling van de melder geen verband houdt met de melding;
- het recht op ondersteunende maatregelen, zoals volledig onafhankelijke informatie, kosteloos advies, efffectieve steun van de bevoegde autoriteiten en rechtsbijstand;
- immuniteit voor bepaalde procedures in verband met het op verboden wijze verkrijgen van informatie, laster, schending van het auteursrecht of bescherming van persoonsgegevens. Indien de betwiste handelingen nodig waren om de inbreuk te melden of aan het licht te brengen, zijn de personen die de inbreuk melden vrijgesteld van rechtsvervolging.
Organisaties met meer dan 50 werknemers zijn verplicht een procedure vast te stellen voor het melden van een vermoeden van een misstand of een inbreuk op Unierecht binnen de organisatie. Zij doen er goed aan om, wanneer de wettekst definitief is vastgesteld, hun huidige procedures kritisch tegen het licht te houden om er zeker van te zijn dat deze voldoen aan de eisen van de gewijzigde wet.
“Inmiddels heeft het parlement laten weten diverse wijzigingen in het wetsvoorstel te willen zien. Het is dus zaak de ontwikkelingen, die nu snel kunnen gaan, goed te volgen.”