De Wet Arbeidsmarkt in balans, de belangrijkste aandachtspunten

Het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in balans wordt aangekondigd als ‘Grondige opknapbeurt voor de arbeidsmarkt’. Het arbeidsrecht gaat flink op de schop. De wet treedt naar verwachting in 2020 in werking, maar het is raadzaam nu al rekening te houden met onderstaande wijzigingen.

Oproepovereenkomsten

  • De werkgever wordt verplicht om de oproepkracht na een jaar een arbeidsovereenkomst aan te bieden met een vaste arbeidsomvang.
  • De arbeidsomvang die aangeboden moet worden is gebaseerd op de gemiddelde arbeidsomvang in de voorgaande 12 maanden (referteperiode).
  • Wanneer de werkgever geen aanbod doet, heeft de werknemer toch recht op loon over dat gemiddelde.
  • Indien op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet al sprake is van een oproepovereenkomst van 12 maanden of langer moet de werkgever binnen een maand genoemd aanbod doen.
  • Uitgaande van inwerkingtreding per 2020 start in deze gevallen de referteperiode al in 2019. De werkgever moet daarom vanaf 2019 al bedacht zijn op de nieuwe verplichting bij de inzet van oproepkrachten.

Ketenbepaling

  • Partijen kunnen op grond van de huidige ketenbepaling maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten in twee jaar sluiten. Deze regeling zal worden verruimd naar maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten in drie jaar.
  • Voor deze wijzigingen is geen overgangsrecht voorzien. Wanneer een arbeidsovereenkomst eindigt op of na de datum van inwerkingtreding gelden de nieuwe regels.
  • Uitgaande van inwerkingtreding per 2020 kunnen werkgevers daarom al in 2019 gebruik maken van de ruimere ketenbepaling.
  • Stel er is sprake van een tijdelijke arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2018 tot 1 oktober 2019. Vervolgens gaat de werknemer akkoord met een arbeidsovereenkomst voor de duur van 1,5 jaar. Deze overeenkomst eindigt op 1 april 2021 van rechtswege. Het moment waarop de periode van twee jaar wordt overschreden ligt na inwerkingtreding van de nieuwe wet.

Transitievergoeding

  • De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Iedere werknemer bouwt straks 1/3 maandsalaris per jaar op. Nu is die opbouw vanaf 10 jaar dienstverband ½ maandsalaris per jaar.
  • Ook de bepaling dat de werknemer vanaf het moment dat hij 50 jaar of ouder is en ten minste 10 jaar in dienst een transitievergoeding opbouwt van 1 maandsalaris per jaar vervalt. Dit was al geregeld in de Wet werk en zekerheid.
  • De twee maatregelen samen hebben tot gevolg dat ontslag van een (oudere) werknemer die lang in dienst is voor de werkgever voordeliger uit zal pakken. Het kan daarom lonen om een ontslag later, dat wil zeggen na de inwerkingtreding van de wet in gang te zetten.
  • Bij het afsluiten van een nieuw sociaal plan is het dus van belang met de nieuwe berekeningswijze van de transitievergoeding rekening te houden.

Tot slot

De Wet arbeidsmarkt in balans moet nog worden aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer. Wanneer alles verloopt volgens plan treedt de wet over ruim een jaar in werking.
Zoals hierboven uiteen is gezet bevat het wetsvoorstel diverse aangekondigde wijzigingen die nu al van belang zijn. Een lastig punt is wel dat het uiteraard nog onzeker is of met het voorstel zal worden ingestemd. Met name wanneer de werkgever wil anticiperen op de verruimde ketenbepaling is het van belang om hier alert op te zijn.

Over de auteur(s)